Volop grote rode zoete kersen op dit moment, lang leve de zomer! Ik maakte er het afgelopen weekend een clafoutis van. Op internet en in kookboeken vond ik tientallen recepten waarbij de ingrediënten en de hoeveelheden behoorlijk uiteenlopen. Ik stuitte uiteindelijk op een artikeltje van een man die dat ook was opgevallen. Die koning is toen een week lang recepten gaan proberen en heeft dit recept uitgeroepen tot het ultieme kersenclafoutis recept. Inderdaad, een schot in de roos! Ik heb er alleen iets meer suiker en kersen aan toegevoegd, 30 gram suiker was wat te weinig voor een zoet toetje. Lauwwarm is deze clafoutis het lekkerst, dat is zo’n 2 à 3 uur nadat hij uit de oven is gekomen maar ook na een nachtje koelkast smaakt hij nog meer dan prima. Succes!  

Ingrediënten
voor 4 royale porties | bereidingstijd 15 minuten, 30 minuten oventijd

• 50 gr bloem
• 50 gr amandelmeel
• 2 dl volle melk
• 1,25 dl slagroom
• 2 eieren
• 50 gr suiker
• 400 gr kersen
• geraspte schil van een halve citroen
• een snuf zout
• klont boter
• poedersuiker

Was de kersen, verwijder de steeltjes en droog de kersen. Ontpitten kan, maar hoeft niet. Kersen met pit zouden meer smaak geven. Ze geven in elk geval minder werk en het resultaat oogt beter. Vet een lage ovenschaal in met boter. Leg de kersen in de ovenschaal. Verwarm de oven voor op 200 graden. Rasp het geel van de schil van een halve citroen.

Meng het zout, de gezeefde bloem en het amandelmeel. Roer de eieren een voor een door het bloemmengsel. Klop er scheutje voor scheutje de melk en daarna de slagroom door. Maak er een glad beslag van. Als de klontjes niet goedschiks verdwijnen, roep dan de hulp van een staafmixer in. Die zal ze leren. Roer de suiker en de citroenrasp door het beslag. Giet het beslag over de kersen. Zet de clafoutis midden in de oven. Bak hem gaar en lichtbruin in ongeveer 30 minuten. Bestrooi de nog hete clafoutis met poedersuiker. Laat hem tot lauwwarm afkoelen, dan is hij het lekkerst. Waarschuw je tafelgenoten voor de pitten!!

Bron: nrc