Toen ik dit recept een aantal jaren geleden zag in de wekelijkse kookrubriek van de NRC dacht ik “mwah” maar na het lezen van het begeleidend schrijven dacht ik: toch maar eens proberen! Sindsdien maak ik dit taartje jaarlijks in de pruimentijd: hij is geweldig! Ik maak de taart met Reine Claude pruimen, de koningin onder de pruimen. Je hebt ze in een groene en rode variant, ze zijn rond van formaat en honingachtig van smaak.
Het lijkt misschien een gedoe, deze taart in drie verschillende etappes bereiden maar eigenlijk is het zo klaar. Na een nachtje in de koelkast is deze taart nog lekkerder, hij is dan wat steviger van structuur. Dit was even de laatste zomerse fruittaart voor dit seizoen anders groei ik, en een aantal anderen, dicht.

Ingrediënten 
6-8 taartpunten | bereidingstijd 25-30 minuten | oventijd 50 minuten

• 500 gr (reine claude) pruimen
• 50 gr suiker
• 1 sinaasappel, sap en geraspte schil
• 1 vanillestokje

voor het deeg:

• 150 gr zachte roomboter
• 150 gr suiker
• 2 eieren
• 85 gr zelfrijzend bakmeel
• 1 tl bakpoeder
• 100 gr amandelen of 100 gr amandelmeel

voor eroverheen:

• 15 gr roomboter
• 25 gr geschaafde amandelen
• 15 gr basterdsuiker

Verwarm de oven op 175 graden. Leg de doormidden gesneden, ontpitte pruimen met de suiker, het sap en de rasp van de sinaasappel 10 minuten in de oven. Doe er het merg van een vanillestokje bij.

Klop de zachte boter met de suiker, eieren, zelfrijzend bakmeel, bakpoeder en gemalen amandelen tot een beslag. Giet dit in een met bakpapier beklede vorm (doorsnede 20 tot 22 cm), leg de pruimen en het sap erbovenop en bak de taart 30 minuten.

Smelt intussen de boter en roer daar de geschaafde amandelen en de basterdsuiker door. Giet dit mengsel over de taart, verlaag de temperatuur naar 160 en bak de pruimentaart nog 20 minuten.