Eerder dit jaar maakte ik de klassieke versie met gruyère dit is een goeie variant daarop. Perfect voor nu, deze tijd van het jaar vraagt om comfort food! Kaas, koolhydraten en ander lekkers dat niet altijd even gezond is maar je wel o zo gelukkig maakt. Nog een tip voor als je hiermee aan de slag gaat: roer de roquefort goed door het beslag heen totdat het gesmolten is. Rustieke stukjes roquefort lopen uit de soesjes en koeken aan op de bakplaat weet ik uit ervaring… 😉 

Ingrediënten
voor 20 stuks | bereidingstijd 15 minuten, 20 minuten oventijd

• 1,2 dl water
• 50 gr boter
• 75 gr bloem
• 2 eieren
• 1 eidooier
• 60 gr roquefort
• snuf nootmuskaat
• 30 gr walnoten, grof gehakt
• zout en peper

Verwarm de oven voor op 200 graden. Bekleed een bakplaat met bakpapier.

Breng in een pan het water met de boter aan de kook. Roer met een houten lepel de bloem erdoor, neem de pan van het vuur en roer tot het deeg glad is. Zet de pan weer op het vuur en roer 1 minuut tot het deeg iets is ingedroogd. Het is nu een soort zachte deegbal.

Haal de pan van het vuur en roer een voor een de eren dor het deeg. Voeg roquefort, nootmuskaat en de walnoten toe, wat peper en zout naar smaak en roer goed door tot de roquefort min of meer gesmolten is.

Je kunt de gougères op twee manieren maken. Schep het deeg in een spuitzak met een middelgroot, glad spuitmondje en spuit balletjes ter grote van een walnoot op de bakplaat of maak met twee lepels balletjes.  Hou voldoende ruimte tussen de gougères. Bestrijk de soesjes met de losgeklopte eidooier en bestrooi met overgebleven walnoten.

Bak de soesjes zo’n 20 minuten, tot ze goudbruin en gezwollen zijn. Serveer meteen!